Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], O God! verbreek hun [14]tanden in hun mond; [15]breek af de baktanden der jonge leeuwen, o HEERE! 14. Dat is, de macht om kwaad te doen en de vromen te beschadigen. Zie Jona 29:17. 15. Zoals men een gebouw afbreekt, of omrukt.